Atriumfibrilleren

In Nederland lopen op dit moment ongeveer 100.000 mensen met atriumfibrilleren rond bij wie de diagnose (nog) niet is gesteld. Dat zijn zo’n 12 patiënten per normpraktijk. Deze patiënten lopen een sterk verhoogde kans op een CVA als ze niet behandeld worden met antistolling. Door opportunistisch te screenen kunnen meer patiënten met atriumfibrilleren opgespoord worden.

Hoe het werkt

Geadviseerd wordt om bij patiënten van 65+ of patiënten die toch al voor ketenzorg bij de huisarts kwamen, de pols te voelen vooraf aan een bloeddrukmeting. Is de pols snel (>130 bpm), traag (<50 bpm) of onregelmatig, maak dan een (1-leads) ECG. Dit kan bijvoorbeeld met een Kardia mobile. Dit is een klein en compact apparaatje wat een ritmestrook produceert op basis waarvan de huisarts zelf een diagnose kan stellen.

Indien het inderdaad om atriumfibrilleren gaat, volg dan de NHG standaard en RTA voor het opstarten van de zorg.

Het werkproces is hier te downloaden.